Clandestiene kapel

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een clandestiene kapel is een kerkruimte die van buitenaf niet herkenbaar is als kerk en in het geheim werd gebruikt voor religieuze samenkomsten, met name tijdens perioden van geloofsonderdrukking.

Omschrijving

De term 'clandestiene kapel' wordt vaak geassocieerd met 'schuilkerk'. Schuilkerken werden in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gebruikt door geloofsgroepen zoals katholieken, lutheranen, doopsgezinden en remonstranten, omdat de Hervormde Kerk de staatskerk was en andere religies zich bescheiden moesten opstellen. Deze niet-herkenbare gebedshuizen bevonden zich veelal in bestaande panden, zoals zolders van grotere huizen of pakhuizen in stedelijke gebieden, en in schuren op het platteland (schuurkerken). Ze dienden als plekken waar gelovigen in het verborgene hun erediensten konden houden. Hoewel aanvankelijk gedoogd, kon later tegen betaling van recognitiegelden een officiële vergunning worden verkregen. De periode van schuilkerken eindigde formeel met de gelijkstelling van alle godsdiensten aan het begin van de Franse tijd (1798) en bleef bestaan met de invoering van het koninkrijk der Nederlanden in 1815. Volledige vrijheid van godsdienst en zeggenschap over de bouw van kerken kwam met de grondwetswijziging van 1848.

Schuilkerken in Nederland

In Nederland werden schuilkerken met name gebruikt door rooms-katholieken, oudkatholieken, remonstranten, lutheranen en doopsgezinden gedurende de periode dat de openlijke uitoefening van hun geloof beperkt was. In steden bevonden schuilkerken zich vaak in huizen of pakhuizen, terwijl op het platteland veelal schuren als gebedsruimte werden ingericht, wat leidde tot de term 'schuurkerk'. Een bekend voorbeeld van een schuilkerk is Museum Ons' Lieve Heer op Solder in Amsterdam.

Inrichting en kenmerken

Schuilkerken waren aanvankelijk vaak eenvoudig ingericht. Na verloop van tijd volgde de inrichting de heersende smaak; katholieke schuilkerken werden bijvoorbeeld in barokke stijl ingericht. Vanwege de beperkte ruimte in stedelijke gebieden werden schuilkerken soms uitgebreid met galerijen om meer gelovigen te kunnen huisvesten. Schuurkerken op het platteland hadden soms specifieke kenmerken, zoals een rieten kap en toegang via een zijdeur, om de ondergeschiktheid aan de staatskerk te benadrukken.

Gebruikte bronnen: